Inburgering in Costa Rica

De oma van Sandra probeert haar papegaai op een andere stok te zetten. Nadat ze hem wat eten gevoerd heeft, gaat ze naast me zitten en begint een lang verhaal over een kat. De andere familieleden en buren hebben het al lang opgegeven om naar oma´s verhalen te luisteren. Ik ben deze middag de ideale kleinzoon en luister vriendelijk naar het gekeuvel. Aan het verhaal van oma valt geen touw vast te knopen, maar op het hoogtepunt barst het oude vrouwtje in lachen uit. Binnen de korste keren krijgen we beiden de slappe lach, al weten we niet waarom.

We zitten op het erf van een gammel houten huisje in Puerto Thiel. Dit is een klein vissersdorpje aan de Golf van Nicoya, waar ik tien jaar geleden voor het eerst kwam voor mijn afstudeeronderzoek naar kleinschalige visserij. Inmiddels spreek ik goed Spaans, maar het dialect van oma zal ik nooit onder de knie krijgen. Gedeeltelijk komt dit door haar vergevorderde leeftijd. Daarnaast trekt ze zich steeds meer in haar eigen wereld terug en dit is niet bevorderlijk voor de verhaallijn. De hoofdreden is dat Spaans nooit mijn moedertaal zal worden.

Tijdens mijn afstudeeronderzoek leerde ik Sandra en schoonfamilie kennen. Sindsdien zijn we vele keren op en neer gevlogen tussen Nederland en Costa: vakanties, een bruiloft, een begrafenis en soms voor werk. In de laatste tien jaar is het toerisme met sprongen gegroeid. Het ene na het andere hotel wordt geopend, steeds meer wegen zijn geasfalteerd, Amerikaanse sterren trouwen op de meest romantische stranden en het vliegveld van Liberia heeft net als het gemiddelde prijsniveau van levensonderhoud internationale trekken aangenomen.

Drommen toeristen hebben er mede voor gezorgd dat het land al lang niet meer op het lijstje van ontwikkelingsorganisaties staat. Bij ieder bezoek valt mij op dat veel Costaricanen maar met moeite het hoofd boven water kunnen houden. De vissers in Puerto Thiel vormen hierop geen uitzondering: het dorpje ligt op het schiereiland van Nicoya, maar niet op de doorgaande route waarover dagelijks vele toeristen naar de tropische stranden rijden. De Golf van Nicoya is de kraamkamer voor vis, maar jarenlange overbevissing en gebrek aan alternatief werk laten hun sporen na. De steeds maar stijgende prijzen van levensonderhoud maken het er voor de bewoners van Puerto Thiel niet makkelijker op.

Iedere keer als Sandra en ik in Costa Rica zijn, zijn we bang dat het de laatste keer is dat we oma kunnen zien. Vandaar dat we onze stranddagen in Guanacaste altijd combineren met een bezoekje aan Puerto Thiel. Het contrast tussen de op het oog bloeiende toeristenindustrie op de playas en Puerto Thiel, waar de tijd al jaren stilstaat, is groot. Ook al probeer ik nog zoveel pachuco (het echte Costaricaanse Spaans) te praten en sla ik geen zin over zonder “mae” te zeggen, ik ben en blijf een rijke buitenlander. Niemand verplicht het ons, maar Sandra en ik willen niet met lege handen aankomen. Als werknemer van een Nederlandse ontwikkelingsorganisatie in Nicaragua vind ik eigenlijk dat onze doelgroep en partnerorganisaties zelf een duurzame strategie moeten ontwikkelen om armoede te bestrijden. In de praktijk spelen Sandra en ik voor Sinterklaas: bij ieder bezoek aan Puerto Thiel laden we onze huurauto vol met boodschappen, schoenen, kadootjes voor neefjes, nichtjes en andere kinderen, een piñata en kleding die we zelf overhebben.

Tijdens onze bezoeken genieten we op oma´s erf van rijst, bonen en een gebakken  vis. Echt veel afwisseling zit er niet in het voedselpatroon van de dorpsbewoners. Daarom heb ik tijdens ons laatste bezoek beloofd dat ik over een paar maanden oliebollen kom bakken. Dat wordt een interessant experiment: beslag laten rijzen op kamertemperatuur van dik boven de 30 graden Celsius en een pan met olie verhitten op een houtgestookt fornuis.

En zo voelt Costa Rica al jaren als mijn tweede vaderland, ook al blijf ik voor haar bewoners altijd een Nederlander. Mijn inburgering zal ik nooit kunnen afronden, maar door mijn verblijf in Latijns Amerika voel ik ondertussen wel uitgeburgerd uit Nederland. Oliebollen of vis: het zal oma worst wezen. Terwijl in de verte een brulaap wat kreten slaakt, staat ze op om de papegaai op zijn slaapplek te zetten. Ze mompelt iets onverstaanbaars en verdwijnt in haar eigen wereld. Dadelijk stappen mijn vriendin en ik in de auto en rijden terug naar die van ons.

Over Wolt Bodewes

Mijn werk en vakanties leiden mij door verschillende landen in Latijns Amerika. De blogs bestaan uit observaties en indrukken van dit continent. Terugkerende onderwerpen zijn de tegenstellingen tussen arm en rijk, ontwikkelingssamenwerking en mijn eigen positie als kapitalistische idealist.
Dit bericht werd geplaatst in Costa Rica en getagged met , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.