De tropen zijn hot!

Deze ochtend is anders dan de andere. Naast een irritante mug hangt er nog iets anders in de lucht. Het begon vannacht met het getoeter van een auto: de Nicaraguaanse buurman van Koreaanse afkomst wil om 03:00 uur ’s nachts ons met een toegangspoort afgesloten straatje binnenrijden. Gelukkig slaapt de bewaker licht. Het is eenwarme en zwoele nacht. De plafondventilator probeert de hitte te verdrijven. Terwijl ik wat water drink, zie ik de buurman met een kortgerokte, nog niet eerder gesignaleerde dame de auto uitstappen. Ik zet de airco aan en koel af.

Een paar uur later is het tijd om op te staan. Tijd voor de eerste douche van de dag. De douches in Latijns Amerika zijn een verhaal apart. Maar nu ik het er toch over heb, kan ik ze maar beter meteen beschrijven. Er bestaan twee systemen: het eerste systeem is onverwarmd leidingwater, wat vooral lekker is na een dag snorkelen en een verbrande rug. Het tweede systeem bestaat uit een elektrische douchekop, die het water in no time lauw krijgt. Dit is vooral ’s ochtends lekker na een nacht onder een koude airco. Wel even oppassen als je langer dan 1 meter 80 bent: de kans is groot dat je hersenen extra geprikkeld worden door wat verdwaalde elektrische ontladingen.

Ondanks de verfrissende douche is de broeierigheid niet verdwenen. Ik ontbijt en ruim de woonkamer wat op, want vanmiddag komt de schoonmaakster. Ja, dit is tegenstrijdig. Dan op weg naar kantoor. Het eerste huis dat ik passeer is dat van de buren. In plaats van tuinkabouters hebben zij geverfde betonnen paddenstoelen in de tuin gezet. Het volgende huis is in aanbouw en is nog niet meer dan een onlogisch skelet van vier verdiepingen. Ik ga het hoekje om en groet twee bewakers. Sinds een dag of wat voorzien twee mannen aan de overkant van de straat een paar enorme stalen schommelstoelen van een nieuwe zitting, ook al is in de verste verte is geen werkplaats te bekennen. Op de volgende hoek staat een futuristisch bedoeld huis uit de jaren ‘50. Het staat leeg, maar af en toe loopt een klusjesman in en uit. Peter R. de Vries en Maurice de Hond zouden hier een moord voor doen. Ik niet.

Ik steek een straat over, loop langs het hypermoderne kantoor van de EU en bel aan bij mijn eigen kantoor. De charmante schoonmaakster doet open. Het is hetzelfde meisje voor wie ik vanochtend de kamer opgeruimd heb. En ook hetzelfde meisje dat zichzelf in mijn vorige blog buitengesloten had. “Buenos días, don Wolk” en haar blik spreekt boekdelen. Samen met het weer zorgt dit ervoor dat ik al weer zin heb in een douche. Ik zet snel de airco van mijn kamer op min 3 graden Celsius en probeer te werken.

Tegen half één gaan we in een van de lokale openluchtrestaurantjes in de buurt lunchen. Voor omgerekend 2 euro krijg ik een bord met rijst, gemalen bonen, gestoomde groenten, een stukje vlees, salade, plátano, een tortilla en een drankje: vandaag is het tamarindo. Bij de prijs inbegrepen is het uitzicht op een leuke tuin en vele mantelpakjes die bij een bank in de buurt werken. Er hangt iets in de lucht.

’s Middags bel ik naar een universiteit om een zaal te reserveren voor een seminar dat we organiseren. De uiterst behulpzame señorita die me met haar sprankelende stem te woord staat heb ik gisteren ook al aan de telefoon gehad. Ik zeg dat ik de volgende dag even langs kom om de zaal te bekijken, waarop ze mijn mobiele nummer vraagt en mij meteen maar dat van haar geeft. “Dat is altijd handig” zegt ze. Ik zeg: “Dat klopt” en denk aan een koude douche.

Om 16:43 uur heb ik geen zin meer en ga naar huis. De auto van de Nicaraguaanse Koreaan is weg, maar die van de Finse buurvrouw staat er wel. Zij is ontwikkelingswerkster (deze mensen hebben een speciaal nummerbord), maar ik heb haar nog nooit gezien. De voordeur van mijn huis zit aan de binnenkant op slot. Ik klop aan en de schoonmaakster doet open. Ik ervaar een déjà-vu, zo eentje die ik al een keertje eerder gezien heb: het is hetzelfde charmante meisje dat vanmorgen de deur van het kantoor voor mij opendeed! “Buenas tardes, don Wolk” en haar blik spreekt nog meer boekdelen.

De TV staat op een muziekkanaal met een clip vol bikini’s op een strand. Ik trek snel een schoon shirt aan en wil naar de supermarkt, weg van al deze verleidingen. Ik loop over straat en bedenk dat ik naar de kapper moet. Ik zie er twee en, zoals alle kapperszaken in Latijns Amerika, beide hebben een bord aan de voorgevel met Unisex erop. Ik geef het op! Ik loop bij een van de twee naar binnen en vraag aan de señorita of ik geknipt kan worden. De overige vrouwelijke medewerksters kijken mij aan. Achter de toonbank is een deur waarboven een bordje “massage” hangt. Ik ben de enige klant en ook nog eens de enige man in de zaak. Verzet is hopeloos. Twee zachte vrouwenhanden knippen er lustig op los en ik beland in een roes. Ik denk dat de kapster Ana Rosa of Maria Luz heet. Dan stelt zij zich voor. “Ik heet Bertha!” roept ze en in één klap ben ik genezen.

Over Wolt Bodewes

Mijn werk en vakanties leiden mij door verschillende landen in Latijns Amerika. De blogs bestaan uit observaties en indrukken van dit continent. Terugkerende onderwerpen zijn de tegenstellingen tussen arm en rijk, ontwikkelingssamenwerking en mijn eigen positie als kapitalistische idealist.
Dit bericht werd geplaatst in Nicaragua en getagged met , , , , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.