De inbraak

Managua is een rare stad, met hoeveel a’s spel je dat? (Voor het antwoord: zie onderaan.) Door twee zware aardbevingen is Managua is een stad zonder historisch centrum en met veel open plekken. Daardoor lijkt het dat veel wegen uit het niets opdoemen en vervolgens nergens naar toe leiden. Een beetje zoals in Oss.

Het tweede kenmerk van Managua is de toenemende criminaliteit: naast de stijging van het aantal straatroven (vaak uitgevoerd op een motor (de Italiaanse methode (ik heb trouwens nog geen Italiaan in Nicaragua gezien (wel een pizzarestaurant (overigens vlakbij mijn huis (maar dit alles tussen… eh… ééntweedrievivfzsvagngnlftwfdrtn, jawel, maarliefst twaalf haakjes!)))))) is er sinds kort ook een explosieve toename van het aantal inbraken door buitenlanders.

We typen een doordeweekse dinsdagochtend. Nietsvermoedend ben ik vanuit het kantoor de wereld aan het verbeteren. Mijn hoofd en nek hebben de hele nacht in een verkeerde hoek gelegen, dus ik masseer mezelf een ongeluk. Achteraf is dit het eerste teken aan de wand. De airco hangt ernaast en heeft vandaag een raar tikje. In de boom op de binnenplaats zit een vreemde vogel die een dito liedje fluit. Ik krijg een spam mailtje binnen. Een kleine mier loopt over de tafel. De koffie is te slap. Een bos tumbleweed rolt over straat. Een collega heeft zijn snor afgeschoren. De batterij van mijn laptop is bijna leeg.. Een wolk glijdt voor de zon. Mijn mobieltje gaat over. In deze setting is de ringtone
“Dames-en-heren-de-sneltrein-naar-Amsterdam-Centraal-Schiphol-en-Leiden-Lammenschans-van-16-uur-33-vertrekt-vandaag-van-spoor-14c-HERHALING- de-sneltrein-naar-Amsterdam-Centraal-Schiphol-en-Leiden-Lammenschans-van-16-uur-33-vertrekt-vandaag-van-spoor-14c” volstrekt op zijn plaats. In tegenstelling tot wat de ringtone doet vermoeden, is het de schoonmaakster van mijn huis. Zij heeft zichzelf buitengesloten.

Vijf minuten later tref ik haar huilend aan bij de voordeur. Enkele troostende woorden en de wolk van een paar regels terug verdwijnt als sneeuw voor de zon. Dat is touching, maar daarmee krijg ik de voordeur nog niet open: de sleutel zit namelijk aan de binnenkant in het sleutelgat. En je zult zien dat er ook nog een paar verdwaalde smurfen in zitten.

Gelukkig sluiten de balkondeuren niet goed. Een snelle berekening leert mij dat ik via de vensterbank en een muur met een adrianeske slinger op het balkon kan komen. De bewaker (die afgezien van zijn naam, haren, neus, kleding, nationaliteit, huidskleur, stem en postuur als twee druppels water op Bassie lijkt) klimt na mij op de vensterbank en hij wil dat ik op zijn schouders ga staan. Na het checken van alle verzekeringspolissen besluit ik de stap te wagen, wip ik naar binnen en doe de voordeur open. (Als iemand een geplette Nicaraguaan nodig heeft, laat maar even weten.) Ik kan de smachtende blikken van de schoonmaakster weerstaan (ze noemt mij vanaf nu Don Wolk, zie foto) en spoed me terug naar het kantoor, in afwachting van een nieuwe missie.

Die volgt de dag erna: een stapavondje met de vriend van een Nederlandse collega. Op het terras van bar Hippos staat een groot scherm met de voetbalwedstrijd van de avond: Honduras tegen Mexico. Ook Midden-Amerika is bezig met de kwalificatiewedstrijden voor het WK. Voetbal is in Midden-Amerika net zo populair als rijst met bonen en CD-hoesjes met mooie vrouwen in kleine bikini’s. Het nationale elftal van Nicaragua is echter vergelijkbaar met de C-tjes van TOP Oss en staat op de 140e plaats van de FIFA-ranglijst. Vandaar dat Nicaraguanen altijd voor andere landen juichen, vooral voor de tegenstanders van Costa Rica, Mexico en Argentinië. DIT SCHREEUWT OM UITLEG!! Veel Midden-Amerikaanse landen vinden Costa Ricanen arrogant, omdat zij veel te rijk zijn en nauwelijks problemen kennen. Daarnaast heeft heel Midden-Amerika een hekel aan Mexico, omdat dat land te close met de VS is. En heel Latijns Amerika heeft een bloedhekel aan Argentijnen, omdat zij zich in alle opzichten superieur voelen. Kort samengevat: de hele wedstrijd juichen de nicas voor de catrachos en tegen de aztecas. In deze heksenketel houden wij ons hoofd koel met een voorraad Victoria Frost-bier.

Als we de taxi in willen stappen, komt een jongetje op ons af en vraagt om wat geld. Zijn ogen glinsteren, want hij kan een klapper maken. Wij zouden hem gemakkelijk de opbrengst van een jaar bedelen kunnen geven. Of we zouden zijn familie een tijd lang kunnen onderhouden. Of we zouden hem een paar jaar naar kunnen school te sturen zonder er een biertje minder om te hoeven drinken. Even verplaats ik mij in zijn situatie en kijk ik naar mezelf. Ik zie mezelf niets geven, ondanks dat ik aandring. Kom, geef nou wat! Wat nou dat geld geven aan bedelaars niets oplost? Ik heb dan toch te eten? Dan keer ik terug in de taxi en kijk het jongetje aan. Samen met mijn zelfbeeld verdwijnt de glinstering uit zijn ogen, even snel als zij gekomen is. Het jongetje loopt de nacht in en ik bijt hard op mijn lip. Verdomme…

(Antwoord: 1)

Over Wolt Bodewes

Mijn werk en vakanties leiden mij door verschillende landen in Latijns Amerika. De blogs bestaan uit observaties en indrukken van dit continent. Terugkerende onderwerpen zijn de tegenstellingen tussen arm en rijk, ontwikkelingssamenwerking en mijn eigen positie als kapitalistische idealist.
Dit bericht werd geplaatst in Nicaragua en getagged met , , , , , , , , , , . Maak dit favoriet permalink.